Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de navordering terecht is ondanks dat de bezwaartermijn tegen de definitieve aanslag al was verstreken. De heer X stelt ook vergeefs dat de belastingadviseur niet (meer) als gemachtigde van hem mocht optreden toen deze de aanvullende aangifte deed.
Aan de heer X is conform de aangifte een definitieve IB-aanslag over 2013 opgelegd, die resulteert in een teruggaaf van € 7389. De aanslag is geautomatiseerd afgedaan. Na afloop van de bezwaartermijn wordt door zijn belastingadviseur een nieuwe aangifte gedaan, waaruit blijkt dat de werkelijk ingehouden loonheffing veel lager is. Deze aanvullende aangifte wordt als 'bezwaarschrift' aangemerkt. In geschil is of de ingehouden loonheffing terecht door middel van een navorderingsaanslag wordt gecorrigeerd. Volgens Rechtbank Noord-Holland kan navordering plaatsvinden in alle gevallen waarin te weinig belasting is geheven doordat een voorheffing ten onrechte of tot een onjuist bedrag is verrekend (art. 16 lid 2-a AWR). X gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam oordeelt dat de navordering terecht is ondanks dat de bezwaartermijn tegen de definitieve aanslag al was verstreken. X stelt ook vergeefs dat de belastingadviseur niet (meer) als gemachtigde van hem mocht optreden toen deze de aanvullende aangifte deed. Bij de navordering is ook geen enkel beginsel van behoorlijk bestuur geschonden. Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Navordering
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16