Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heer X moet hebben geweten dat de jaaropgave van zijn eigen bv niet kon kloppen en hij is dus niet te goeder trouw. De 50% vergrijpboete is passend en geboden.
De heer X is enig aandeelhouder en enig werknemer van een bv. In de IB-aangifte over 2015 claimt X met succes € 10.370 aan verrekenbare loonheffing die door zijn bv is ingehouden. Bij een later boekenonderzoek constateert de inspecteur echter dat de bv in dat jaar geen loonheffing heeft afgedragen. In geschil is de IB-navorderingsaanslag over 2015 met een 50% vergrijpboete. X stelt dat hij er op mocht vertrouwen dat zijn adviseur en de curator, deze laatste als feitelijk bestuurder van de bv, hun werk goed zouden doen.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X moet hebben geweten dat de jaaropgave niet kon kloppen en hij is dus niet te goeder trouw. Als directeur en grootaandeelhouder was X namelijk feitelijk zijn eigen werkgever. De curator kwam pas in november 2015 in beeld. De betrokkenheid van een adviseur bij het indienen van de aangifte kan X evenmin baten. De boete is passend en geboden. Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Navordering
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 16 juni