De heer X is ondernemer en is daarnaast autohandelaar, hennepkweker en producent van amfetamine. Voor het kweken van hennep en de handel in drugs is X strafrechtelijk veroordeeld. X heeft geen administratie kunnen overleggen met betrekking tot de autohandel, de hennepkweek en de productie van amfetamine. X kan voorts de herkomst niet verklaren van diverse vermogensbestanddelen. In geschil is de ib/pvv-navorderingsaanslag over 2003, alsmede de 50% vergrijpboete ad € 22.786. Rechtbank Breda vermindert de boete tot € 21.646. X gaat in hoger beroep.
Hof ´s-Hertogenbosch (MK I, 6 april 2012, 10/00002) oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij door lucratieve drugshandel in het verleden reeds over grote hoeveelheden contant geld beschikte. Ook anderzins maakt X niet aannemelijk dat het bewuste geld niet (deels) in 2003 is verdiend. Het beroep van X is gegrond, aangezien de koopsom voor een auto ook in 2002 is bijgeteld en inmiddels vaststaat dat de aankoop in dat jaar is geschied. De schattingen van de inspectur zijn voor het overige wel redelijk. Voorts wordt mede vanwege het overschrijden van de redelijke termijn de boete gematigd tot € 7600. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 25