De heer X claimt in zijn IB-aangiften over 2012 en 2013 giftenaftrek. Het betreft contante giften aan de Islamitische Universiteit Europa (IUE). Voor 2013 heeft X niet alleen kwitanties overgelegd, maar ook zijn bankafschriften met de betreffende kasopnames. Uit een strafrechtelijk onderzoek blijkt later dat de penningmeester van de IUE op grote schaal valse kwitanties verkocht voor circa ongeveer 10 à 12% van de vermeende giften. In maart 2017 geeft de Officier Justitie toestemming om de onderzoeksgegevens te gebruiken voor fiscale doeleinden. In geschil zijn de IB-navorderingsaanslagen over 2012 en 2013, alsmede de vergrijpboetes.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur een nieuw feit heeft. De giftenaftrek was aanvankelijk namelijk goed onderbouwd en de uitkomsten van het strafrechtelijke onderzoek werden pas ruim na de primitieve aanslagregeling voor fiscale doeleinden vrijgegeven. De boetes zijn echter niet terecht. Er kan namelijk niet worden uitgesloten dat de frauduleuze handelingen van de penningmeester verder strekten dan bekend is geworden. Het is zeer wel mogelijk dat de penningmeester een deel van de giften, waarvoor kwitanties zijn uitgereikt, in eigen zak heeft gestoken. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Wet inkomstenbelasting 2001 6.33
Wet inkomstenbelasting 2001 6.32
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 9 december