Belanghebbende, X, ontvangt van zijn voormalige werkgever een ontslagvergoeding die hij laat uitkeren aan een door hemzelf opgerichte coöperatie. Ter zake van deze vergoeding legt de inspecteur aan X een navorderingsaanslag IB/PVV op. X betwist de navorderingsbevoegdheid van de inspecteur en stelt verder dat de stamrechtvrijstelling van toepassing is op de ontslaguitkering.
Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 6 september 2013, 12/00358, V-N 2013/55.2.2) oordeelt dat de aangifte van X de inspecteur geen aanleiding gaf tot een nader onderzoek en dat hij dus een navorderingsaanslag aan X mocht opleggen ter zake van de ontslagvergoeding. Dat aan de voormalige werkgever van X geen naheffingsaanslag loonbelasting is opgelegd voor de ontslaguitkering, staat niet in de weg aan het opleggen van de navorderingsaanslag. De stamrechtvrijstelling is niet van toepassing omdat de overeenkomst tussen de coöperatie en X niet voldoet aan de eisen van art. 11 lid 1 onderdeel g Wet LB 1964. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.100
Wet op de loonbelasting 1964 11 lid 1-g
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 13 juni