Hof Amsterdam oordeelt dat het bewust achterhouden en onjuist aanleveren van informatie omtrent de waarde en herkomst van bitcoins leidt tot een terechte naheffingsaanslag en vergrijpboete.
X verkrijgt in 2013 bitcoins, maar vermeldt dit niet bij het doen van aangifte IB/PVV 2013. In 2017 dient X een verzoek om vrijwillige verbetering van de aangifte in om de waarde van 165 bitcoins alsnog aan te geven. De inspecteur wil vernemen wat de herkomst van de bitcoins is en geeft uiteindelijk een informatiebeschikking af. X verstrekt onvolledige en onjuiste informatie. De inspecteur legt een naheffingsaanslag en vergrijpboete op aan X. Hij neemt daarbij het standpunt in dat de bitcoins zijn ontvangen voor verrichte werkzaamheden en dat X meer bitcoins bezit dan de aangegeven 165. Rechtbank Noord-Holland vermindert de aanslag door alleen de 165 bitcoins mee te nemen als ROW en vernietigt de vergrijpboete. In hoger beroep is in geschil of dit terecht is.
Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de naheffingsaanslag een redelijke schatting heeft gemaakt van de vermeende inkomsten en oordeelt dat de naheffingsaanslag in stand kan blijven. De inspecteur maakt voldoende aannemelijk dat X 344 bitcoins in bezit heeft gekregen in 2013. Ook de vergrijpboete blijft in stand nu X wist van de aanmerkelijke kans dat te weinig belasting zou worden geheven, en hij deze kans bewust heeft aanvaard door onjuiste en onvolledige informatie te verschaffen. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Instantie: Hof Amsterdam
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting
Editie: 30 januari
Informatiesoort: VN Vandaag