Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur bij het voorbereiden en opleggen van de navorderingsaanslagen voldoende voortvarend heeft gehandeld.

De heer X beschikt volgens renseignementen van de Duitse Belastingdienst over een bankrekening aldaar. Naar aanleiding van het informatieverzoek van de inspecteur stelt X aanvankelijk dat hij ooit een Duitse bankrekening had met een saldo van circa DM 20.000. De renseignementen zien echter op effectentransacties met een totaal van F 419.000 (€ 190.133). In geschil is of over de jaren vanaf 1993 terecht IB/VB-navorderingsaanslagen met 50% boetes zijn opgelegd. De renseignementen waren van medio 2003. De aanslagen zijn eind 2005 en eind 2006 opgelegd. Rechtbank Gelderland stelt X deels in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur bij het voorbereiden en opleggen van de aanslagen voldoende voortvarend heeft gehandeld. Zo heeft X pas in februari 2006 gegevens van een andere bankrekening overgelegd en wordt in augustus 2006 geconstateerd dat er nog verschillende geschilpunten zijn waarover verder wordt gecorrespondeerd. De boetes van 50% zijn terecht, ook al beschikte de inspecteur op grond van de renseignementen over de gegevens van slechts één bankrekening. Het maakt niet uit dat de inspecteur in andere gevallen de boetes wel tot 25% heeft gematigd. Dat betrof namelijk een compromis. In verband met het overschrijden van de redelijke termijn zijn de boetes door de inspecteur terecht reeds met 20% gematigd. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 1 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen