Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het EU-verdedigingsbeginsel niet is geschonden door de heer X vooraf niet te horen over de versnelde invordering, het beslag op het goud en de afvoer daarvan.

X neemt deel in een vof, die handelt in sloopgoud. Het goud wordt verkocht aan een Belgische afnemer of omgesmolten tot baren die naar Dubai gaan. Na een boekenonderzoek volgt een IB-navordering bij X van in totaal € 1.772.758. Deze aanslagen zijn wegens gegronde vrees voor verduistering direct en geheel invorderbaar. In geschil zijn de betekeningskosten van € 12.197, die X had kunnen voorkomen door de aanslagen binnen twee dagen te betalen. Rechtbank Gelderland handhaaft de kosten. X stelt in hoger beroep dat de betalingstermijn van twee dagen niet redelijk is, mede gelet op het beslag op de voorraad goud en de afvoer daarvan.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het EU-verdedigingsbeginsel niet is geschonden door X vooraf niet te horen over de versnelde invordering, het beslag en de afvoer. Het opleggen van de aanslagen en de kostenbeschikking is namelijk geen beperking van de EU-verkeersvrijheden, ondanks dat X in de handel met de Belgische afnemer mogelijk omzet zou hebben verzwegen. De korte betalingstermijn is redelijk, ondanks dat de kosten van betekening slechts zijn genoemd in de akte van betekening van de dwangbevelen die aan de mede-vennoot van X is uitgereikt (zie HR 17 juli 2020, 20/00082, V-N 2020/35.30). Het later nogmaals opleggen van een – herhaalde dus nietige - kostenbeschikking verdient weliswaar geen schoonheidsprijs, maar dat doet niks af aan de rechtsgeldigheid van de eerste beschikking. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 12

Invorderingswet 1990 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 1 oktober

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen