Hof Amsterdam handhaaft de aan X opgelegde verzuimboete die is opgelegd omdat de aangifte ib/pvv, na een aanmaning, één dag te laat is ingediend.
Na een eerdere herinnering stuurt de inspecteur X uiteindelijk een aanmaning tot het indienen van de aangifte ib/pvv 2014. In de aanmaning van 29 september 2015 staat dat de aangifte uiterlijk 13 oktober 2015 bij de Belastingdienst binnen moet zijn. De inspecteur ontvangt de aangifte ib/pvv 2014 op 14 oktober 2015. Deze is getekend op 11 oktober 2015. Bij de aanslag ib/pvv 2014 wordt een verzuimboete opgelegd van € 344. Bij uitspraak op bezwaar wordt de verzuimboete verminderd tot € 49. In geschil is of de verzuimboete terecht is opgelegd.
Volgens Hof Amsterdam heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat X niet tijdig aangifte heeft gedaan. Aannemelijk is dat de aangifte pas op 14 oktober 2015, één dag te laat dus, bij hem is binnengekomen. Volgens het hof maakt X AVAS niet aannemelijk. X heeft door de aangifte pas tegen het einde van de termijn ter post te bezorgen bewust het risico genomen dat deze te laat zou kunnen worden ontvangen. De verzuimboete van € 49 is passend en geboden. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema: Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 9