Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan, maar dat X BV bij het doen van de aangifte te kwader trouw was, zodat dat de navorderingsaanslag terecht is opgelegd.
X BV is een 51% dochter van een groep BV's die software ontwikkelt om bedrijfsprocessen te analyseren. X BV is klant van een belastingadviseur, die is aangesloten bij het convenant Leidraad Horizontaal Toezicht Fiscaal Dienstverleners van de Belastingdienst. Vanaf 2016 vindt een reorganisatie van de groep plaats, waarbij de activiteiten worden geconcentreerd in één BV. De groep verwerft hiervan vervolgens alle aandelen en geeft zelf nieuwe aandelen uit aan drie nieuwe participanten. In 2017 is X BV geliquideerd. Ondanks dat begin 2019 het vooroverleg over het te claimen liquidatieverlies nog gaande is, wordt de aangifte van de groep over 2016 ingediend zonder kennisgeving aan de inspecteur of het aankruisen van het vakje ‘expliciete uitspraak Belastingdienst gevraagd’. De inspecteur komt daar in april 2019 achter. In mei 2019 doet X BV VPB-aangifte over 2017, die automatisch is verwerkt. In geschil is of de inspecteur alsnog een navorderingsaanslag aan haar met € 42.658 belastingrente kan opleggen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan door de aanslag van X BV niet te blokkeren. X BV was bij het doen van haar VPB-aangifte echter te kwader trouw, zodat de navorderingsaanslag terecht is opgelegd. Bovendien is niet de vereiste aangifte gedaan, zodat de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard. X BV heeft niet doen blijken dat de aanslag, na de uitspraak op bezwaar, te hoog is. X BV moet dus alsnog afrekenen over haar goodwill van € 684.883. Van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel ten aanzien van de belastingrente is geen sprake. De inspecteur stelt met succes dat hij eerst het overleg met de adviseur wilde afronden alvorens hij tot navordering over wilde gaan. Het beroep van X BV is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Vennootschapsbelasting
Editie: 24 juli
Informatiesoort: VN Vandaag