Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het aansluitingsverschil tussen beide jaren terecht tot de winst is gerekend, omdat X er geen verklaring voor kan geven. De zakelijke kosten zijn door X voorts niet met concreet verifieerbare stukken onderbouwd.

X exploiteert als organisatieadviseur een eenmanszaak. Het ondernemingsvermogen hiervan is eind 2016 € 18.967 negatief, terwijl dit vermogen op 1 januari 2017 € 17.607 positief is. In geschil is of de inspecteur dit aansluitingsverschil in 2017 terecht als hogere winst heeft gecorrigeerd, of X voor dat jaar teveel aftrekbare kosten heeft geclaimd en of in box 3 terecht een schuld van € 1.673.833 is opgevoerd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het aansluitingsverschil terecht tot de winst is gerekend, omdat X er geen verklaring voor kan geven. X maakt niet aannemelijk meer dan € 42.899 als zakelijke kosten te hebben gemaakt. De hoogte daarvan is namelijk niet met concreet verifieerbare stukken onderbouwd. De schuld in box 3 van € 1.673.833 maakt X ook niet aannemelijk. Uit de stukken volgt alleen dat X eind jaren ’90 een schuld had, maar er blijkt niet uit dat deze op 1 januari 2017 nog steeds bestaat. Het beroep van X is gegrond, omdat in de bezwaarfase de hoorplicht is geschonden. Er volgt echter op verzoek van X geen terugwijzing. De inspecteur heeft in de beroepsfase een ambtshalve vermindering in het kader van rechtsherstel box 3 toegepast en X krijgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn een immateriële schadevergoeding van € 500.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 6 september

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

444

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen