X maakt tevergeefs bezwaar tegen de WOZ-beschikking voor het jaar 2019. X komt in beroep bij de rechtbank. X verschijnt niet op de zitting bij de rechtbank. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en stuurt de uitspraak naar een oud adres van de gemachtigde. Het adres op de aanbiedingsbrief is wel goed, maar bij retourzending blijkt dat het adres op de envelop een ander adres is. De rechtbank stuurt daarom de uitspraak nogmaals, nu naar het juiste adres. X komt in hoger beroep, buiten de termijn van zes weken na de eerste mislukte bekendmaking.
Hof Amsterdam onderzoekt of het hoger beroepschrift binnen de beroepstermijn is ontvangen. Daaruit komt naar voren dat de rechtbank de uitspraak eerst na eerdere retourzending heeft nagestuurd naar het juiste adres. De beroepstermijn vangt daarom later aan. Het hof constateert vervolgens dat de rechtbank de uitnodiging voor de zitting destijds ook naar het onjuiste adres heeft gestuurd. Het bewijsvermoeden van ontvangst wordt door X ontzenuwd. Het hof oordeelt dat de zaak opnieuw door de rechtbank moet worden behandeld. Beroep gegrond en de zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 2 maart