Hof ‘s-Hertogenbosch is met de rechtbank van oordeel dat hetgeen X heeft aangevoerd geen reden oplevert voor een verschoonbare termijnoverschrijding als bedoeld in art. 6:11 Awb.

X maakt bezwaar tegen aanslagen forensenbelasting over de jaren 2008 t/m 2014. In geschil is of de heffingsambtenaar deze bezwaren terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. X stelt dat de gemeente hem in de betreffende jaren ten onrechte niet heeft geïnformeerd over het mogelijk niet verschuldigd zijn van de forensenbelasting

Hof ‘s-Hertogenbosch is van oordeel dat hetgeen X heeft aangevoerd geen reden oplevert voor een verschoonbare termijnoverschrijding als bedoeld in art. 6:11 Awb. X had zich zelf moeten verdiepen in de ontwikkelingen met betrekking tot de regelgeving op het gebied van de forensenbelasting. Wél corrigeert het hof het oordeel van de rechtbank dat zij niet bevoegd is kennis te nemen van het beroep tegen de afwijzing op het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslagen. Tegen een dergelijk besluit staat, gelet op het zogenoemde gesloten stelsel van rechtsmiddelen in het belastingrecht) geen bezwaar en beroep open. Een daartegen gericht rechtsmiddel (dus zowel een bezwaar als een beroep) is niet-ontvankelijk. De belastingrechter is bevoegd kennis te nemen van het beroep tegen een dergelijk ingevolge de belastingwet genomen besluit (zie ook HR 20 december 2013, nr. 12/02872, BNB 2014/42).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 2 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen