Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de levering van een terrein waarop ten tijde van die levering uitsluitend funderingen voor woongebouwen zijn aangelegd een levering van een ‘bouwterrein’ vormt.

I/S Nordre Strandvej Sæby (NSS) koopt in 2006 een onroerende zaak, die als kampeerterrein wordt gebruikt. In de loop der jaren worden diverse werkzaamheden aan de onroerende zaak verricht. Zo worden er funderingen voor woongebouwen aangelegd. Op 1 januari 2015 draagt NSS de eigendom van percelen met prefab funderingen over. Volgens de Deense Belastingdienst is NSS ter zake van deze levering BTW verschuldigd, omdat sprake is van een bouwterrein. NSS is het daar niet mee eens. Volgens haar is namelijk sprake van een gebouw. De Deense rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de levering van een terrein waarop ten tijde van die levering uitsluitend funderingen voor woongebouwen zijn aangelegd een levering van een ‘bouwterrein’ vormt. Het Hof van Justitie EU wijst daarbij op zijn jurisprudentie waaruit blijkt dat funderingen voor woongebouwen niet kunnen worden aangemerkt als ‘gebouw’ of ‘gedeelte van een gebouw’. Verder merkt het Hof van Justitie EU nog op dat het criterium van ‘eerste ingebruikneming’ van belang is. Louter de funderingen van woningbouw kunnen niet voor een ‘ingebruikneming’ in aanmerking komen.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Omzetbelasting, Europees belastingrecht

Editie: 11 november

Informatiesoort: VN Vandaag

688

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen