Aan de zoon van belanghebbende, X, is over het jaar 2014 een pgb toegekend van € 42.445. Van dit pgb is tegenover het zorgkantoor € 33.401 verantwoord als vergoeding voor de door X aan zijn zoon verleende zorg. Omstreeks 1 december 2015 ontvangt de zoon bericht van het zorgkantoor dat hij van het pgb over het jaar 2014 € 16.934 moet terugbetalen. De zoon stelt X, per brief van 18 december 2015, tot dit bedrag aansprakelijk. In geschil is of het bedrag van € 16.934 aftrekbaar is op het box 1-inkomen over het jaar 2014 van X.
Volgens Rechtbank Den Haag kwalificeert de vergoeding voor de aan de zoon verleende zorg als resultaat uit een werkzaamheid. Dat resultaat wordt bepaald volgens de regels van goed koopmansgebruik. Deze regels brengen mee dat het bedrag van € 16.934 aftrekbaar is in het jaar waarin de verplichting tot betaling daarvan ontstaat, dan wel in het jaar waarin is te voorzien dat die verplichting zal ontstaan. X is op 18 december 2015 aansprakelijk gesteld. Als het bedrag al aftrekbaar is, dan kan dat pas in het jaar 2015. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.95
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Sociale zekerheid bijstand
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 7 juni