Belanghebbende, X, heeft de inkomsten uit hennepteelt niet verantwoord in zijn aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur legt X een navorderingsaanslag IB 2008 en boete op, die X bestrijdt.
Rechtbank Zeeland – West-Brabant oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan wat leidt tot omkering van de bewijslast. De inspecteur is uitgegaan van een redelijke schatting. De rechtbank oordeelt verder dat er geen rechtsregel is die de inspecteur verplicht zich bij zijn schatting aan te sluiten bij de beslissing van de rechter in de ontnemingsvordering. De rechtbank verklaart het beroep van X toch nog gegrond omdat de inspecteur heeft gesteld dat het resultaat uit overige werkzaamheden te hoog is vastgesteld. Omdat de inspecteur anderzijds stelt dat in de uitspraken op bezwaar ten onrechte rekening is gehouden met de ontnemingsvordering, omdat deze pas op 15 december 2009 is ingesteld, beroept hij zich op interne compensatie. De rechtbank volgt de inspecteur hier in want pas in het jaar van betaling is het door X terugbetaalde bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel aftrekbaar. De rechtbank acht een boete van 50% passend en geboden. Hiermee wordt rekening gehouden met de financiële draagkracht van X en dat de navorderingsaanslag met omkering van de bewijslast is vastgesteld.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 25
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Strafrecht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 16 augustus