Rechtbank Gelderland oordeelt dat geen sprake is van een schijnlening. De door B bv aan X bv gedane terugbetalingen behoren tot haar belastbare winst. Zij zijn niet aan te merken als terugbetalingen van kapitaal die onder de deelnemingsvrijstelling vallen.
Bank Y houdt de aandelen in B bv. B bv verstrekt leningen aan bedrijven in Oekraïne. Vanaf de economische crisis in 2008/2009 verkeert Y in zwaar weer. Ook de financiële situatie bij B bv is niet rooskleurig. Y verkoopt daarom de aandelen B bv aan belanghebbende, X bv, waarvan A, een lid van het management, de aandelen houdt. X bv betaalt € 1 voor de aandelen en € 1 voor de vorderingen met een nominale waarde van $ 200 mln. Verder komen A en Y overeen dat B bv een eenmalige betaling van € 5,8 mln doet aan Y. Deze betaling wordt extern gefinancierd via een bank en wordt binnen enkele maanden afgelost. Naar aanleiding van nieuwe informatie die tijdens de behandeling van het bezwaar tegen de VPB-aanslag 2015 boven water komt, legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen 2014 - 2016 op aan X bv. X bv is het hier niet mee eens en stelt dat de aan B bv verstrekte leningen, die door X bv voor € 1 zijn overgenomen, schijnleningen zijn. Dit zou dan beteken dat de terugbetalingen die B bv in de jaren 2014 - 2016 heeft gedaan, zijn aan te merken als terugbetalingen van kapitaal die onder de deelnemingsvrijstelling vallen. Volgens de inspecteur is echter zowel civielrechtelijk als fiscaalrechtelijk sprake van leningen, zodat de terugbetalingen tot de belastbare winst van X bv behoren.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat geen sprake is van een schijnlening. De door B bv aan X bv gedane terugbetalingen behoren tot haar belastbare winst. Zij zijn niet aan te merken als terugbetalingen van kapitaal die onder de deelnemingsvrijstelling vallen. Uit de leningsvoorwaarden volgt namelijk dat ook na de overdracht van de leningen sprake is van een terugbetalingsverplichting. Verder zijn de verschuldigde respectievelijk te vorderen bedragen voor de nominale bedragen als leningen in de administratie geboekt en heeft B bv na de overdracht van de aandelen aan X bv ook daadwerkelijk terugbetalingen op de leningen gedaan. De leningen zijn ook niet dusdanig gewijzigd dat daarbij het karakter van de leningen wezenlijk is veranderd. Dat door omstandigheden de waarde van de leningen is veranderd, in die zin dat deze niet meer volwaardig zijn, wil nog niet zeggen dat het geen leningen meer zijn. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Editie: 6 februari
Informatiesoort: VN Vandaag