Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X nv recht heeft op de teruggaaf van € 450.000 aan overdrachtsbelasting. X nv beroept zich namelijk terecht op het door de Belastingdienst gewekte vertrouwen dat er sprake is van herstel in oude toestand.

J bv verhuurt een diepvriesdistributiecentrum aan L bv voor € 165.000 per kwartaal. Belanghebbende, X nv, een bank, J bv en L bv sluiten een overeenkomst met betrekking tot het bedrijfspand. Eind 2001 levert J bv het pand aan X nv, en verhuurt X nv het voor € 175.000 per kwartaal aan L bv. X nv betaalt € 8 mln aan J bv, en € 450.000 aan overdrachtsbelasting. In de akte van levering is ook een ontbindende voorwaarde met een terugkoopoptie opgenomen. Na 10 jaren kan J bv het pand namelijk voor € 4,8 mln terug kopen. Ten aanzien van deze constructie is overleg gepleegd met de Belastingdienst. De inspecteur heeft zich op 20 juli 2000 akkoord verklaard met de constructie. Eind 2011 maakt J bv kenbaar dat zij gebruik wil maken van de koopoptie. Begin 2012 verzoekt X nv om teruggaaf van de in 2001 afgedragen overdrachtsbelasting in verband met herstel in de toestand van vóór de verkrijging ex art. 19 WBR. De inspecteur is van mening dat er geen sprake is van herstel in de oude toestand, en wijst het verzoek af. Verder beroept X nv zich op het vertrouwensbeginsel. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de sale and lease back constructie geen ontbindende voorwaarde inhoudt. Volgens de rechtbank is er namelijk geen sprake van een objectieve onzekerheid over een gebeurtenis die zich nog niet heeft voorgedaan en waarvan bij het sluiten van de overeenkomst ook niet vast stond of deze zich zou voordoen. De rechtbank wijst er hierbij op dat een constructie is opgetuigd waarbij is uitgegaan van een teruglevering na tien jaren, zonder dat overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn. In deze constructie is volgens de rechtbank de vraag of de koopovereenkomst ontbonden wordt niet afhankelijk van een objectief onzekere factor, maar van de wil van partijen. Er is volgens de rechtbank dan geen sprake van een ontbindende voorwaarde als vereist in art. 19 WBR. Tevens verwerpt de rechtbank het beroep van X bv op het vertrouwensbeginsel. Het gelijk is aan de inspecteur.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X nv recht heeft op de teruggaaf. Volgens het hof beroept X nv zich terecht op het door de Belastingdienst gewekte vertrouwen. Het hof is namelijk van mening dat bij X nv, met de voor akkoord getekende brief van 20 juli 2000, een in rechte te beschermen vertrouwen is gewekt dat art. 19 Wet WBR toepassing zal vinden wanneer een ontbindende voorwaarde in vervulling gaat door uitoefening van een koopoptie door J bv. Verder stelt het hof dat met deze brief bij X nv ook een in rechte te beschermen vertrouwen is gewekt dat na uitoefening van de koopoptie door J bv, de toestand van voor de verkrijging als feitelijk en rechtens hersteld zou worden aangemerkt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 26 oktober

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen