Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur het teruggaafverzoek omzetbelasting voor de kosten van de bouw van een nieuwbouwwoning terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens te late indiening.
X heeft zonnepanelen op het dak van zijn nieuwbouwwoning laten installeren. Na het ontvangen van een teruggaafbeschikking omzetbelasting voor de zonnepanelen, dient X een negatieve suppletie in voor de omzetbelasting over het tijdvak 1 oktober 2018 tot en met 31 december 2018. Hij verzoekt om een aanvullende teruggaaf van omzetbelasting voor de kosten van de bouw van een nieuwbouwwoning. De inspecteur wijst het verzoek af omdat het te laat is ingediend. In geschil is of het teruggaafverzoek terecht niet-ontvankelijk is verklaard wegens te late indiening.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur een suppletie terecht heeft opgevat als een teruggaafverzoek en oordeelt ook dat dit verzoek terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Het verzoek had binnen de in art. 3 lid 2 Uitv.reg. AWR 1994 gestelde termijn moeten worden ingediend. In dit geval betekent dit dat het verzoek voor 1 juli 2019 had moeten worden ingediend. Omdat eiser het verzoek (ruim) na 1 juli 2019 heeft ingediend, heeft de inspecteur het verzoek terecht niet-ontvankelijk verklaard. De beroepen zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 15
Wet op de omzetbelasting 1968 31
Algemene wet inzake rijksbelastingen 65
Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 3
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 17 juli
Informatiesoort: VN Vandaag