Rechtbank Gelderland oordeelt dat de terugvordering van de huur- en zorgtoeslag beperkt moet worden tot het bedrag van de overschrijding van het normbedrag omdat de nadelige gevolgen van de terugvordering in casu onevenredig zwaar zijn in verhouding tot het doel.

Belanghebbende, X, ontvangt in 2019 voorschotten zorgtoeslag van € 1.093 en voorschotten huurtoeslag van € 1.632 op basis van een geschat jaarinkomen van € 21.655. In 2020 blijkt uit de Basisregistratie Inkomen dat het inkomen van X in 2019 € 22.779 bedroeg. Dit betekent dat aan X € 152 voorschot zorgtoeslag en € 1.632 voorschot huurtoeslag te veel is betaald. Daarom vordert de inspecteur deze bedragen terug.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur bevoegd is om de te veel uitbetaalde huur- en zorgtoeslag terug te vorderen. Echter, het toetsingsinkomen overschrijdt de inkomensgrens voor de huurtoeslag slechts met € 79. De nadelige gevolgen van de terugvordering in deze specifieke situatie zijn onevenredig zwaar in verhouding met het doel van de terugvordering. Gegeven alle omstandigheden van X moet de terugvordering beperkt worden tot € 79. Het beroep van belanghebbende is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 13bis

Algemene wet bestuursrecht 3:4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Huurrecht

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 16 maart

32

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen