De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State oordeelt in hoger beroep dat de Belastingdienst/Toeslagen en de inspecteur voor de IB en erfbelasting twee aparte bestuursorganen zijn, zodat Toeslagen niet eerder op de hoogte was van het te hoge vermogen dan na de melding van de Basisregistratie inkomen.

X krijgt in december 2018 bericht dat zijn voorschot zorgtoeslag voor 2019 nihil is. In oktober 2019 geeft X door dat zijn geschatte inkomen over dat jaar € 5063 zal zijn. In november 2019 is het voorschot daarom alsnog vastgesteld op € 2314. In september 2020 ontvangt de Belastingdienst/Toeslagen een melding van de Basisregistratie inkomen dat de grondslag sparen en beleggen van X op € 106.904 is vastgesteld. Dit is meer dan de maximaal toegestane € 84.416, zodat het voorschot geheel wordt teruggevorderd. In geschil is of dat terecht is. Rechtbank Overijssel stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat de Belastingdienst/Toeslagen van zijn vermogen op de hoogte was, omdat eerder al de aanslag erfbelasting was opgelegd.

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen en de inspecteur voor de IB en erfbelasting twee aparte bestuursorganen zijn, zodat Toeslagen niet eerder op de hoogte was van het vermogen van X over 2019 dan na de melding van de Basisregistratie inkomen. Als X zich onheus bejegend voelt door medewerkers van de Belastingdienst, kan hij hiervan een melding maken, maar dit maakt niet dat het recht op zorgtoeslag onjuist is berekend. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Toeslagen en zorgverzekeringswet

Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Editie: 26 augustus

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen