Belanghebbende, X, geniet na de beëindiging van zijn dienstverband als leraar een WW-uitkering. Omdat X over de periode van augustus 2012 tot zijn melding aan het UWV op 27 maart 2013 vier wijzigingen in het aantal gewerkte uren niet meteen heeft doorgegeven, heeft hij teveel WW ontvangen. Het UWV vordert het teveel betaalde bedrag van € 14.658 terug en legt daarnaast een boete op van € 14.658. Hierbij paste het Uwv het vanaf 1 januari 2013 geldende zwaardere boeteregime van 100% van het benadelingsbedrag toe. Tot die datum gold nog als strafmaat 10% met een maximum van € 2269.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt, evenals eerder Rechtbank Noord-Nederland, dat het in strijd is met internationaal recht wanneer de vanaf 1 januari 2013 geldende strengere regels voor boetes in de sociale zekerheid worden toegepast op overtredingen die hebben plaatsgevonden vóór 1 januari 2013. Het oude sanctiestelsel blijft van toepassing voor zover het handelen en nalaten van een uitkeringsgerechtigde plaatsvond vóór 1 januari 2013. Voor het nieuwe boeteregime geldt dat de rechter indringender moet toetsen of de hoogte van de boete evenredig is. Voorkomen moet worden dat een onbalans ontstaat tussen de boetes die vallen onder het bestuursrecht en de strafrechtelijke boetes voor overtredingen van de inlichtingenplicht in de sociale zekerheid, aldus de raad. Voor het toetsen van boetebesluiten van het Uwv geeft de raad in deze uitspraak een aantal uitgangspunten. In het geval van X leidt dit tot een vermindering van de boete tot € 2000.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Centrale Raad van Beroep
Editie: 25 november