Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente noch X de door hen bepleite waarde van de woning aannemelijk maakt. Het hof concludeert dat geen van de taxatierapporten een basis kan vormen voor een waardebepaling in goede justitie door het hof en wijst daarom de zaak terug naar de heffingsambtenaar

X is eigenaar van een woonhuis in de gemeente Zaltbommel dat hij in strijd met het bestemmingsplan gebruikt als burgerwoning. Eind 2008 delen B&W aan X mee dat geen vrijstelling wordt verleend om de woning als burgerwoning te gaan gebruiken. De gemeente kondigt aan handhavend te gaan optreden tegen het strijdig gebruik van de woning. Eind 2009 neemt X de woning onder druk van de hypotheekhouder over van zijn bv voor € 280.000. De gemeente verdedigt voor belastingjaar 2011 een WOZ-waarde van € 277.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente noch X de door hen bepleite waarde van de woning aannemelijk maakt. In haar taxatierapport berekent de gemeente de waarde van het object met woonbestemming en trekt zij daar een bedrag vanaf. Ter zitting erkent de taxateur echter dat hij heeft toegerekend naar de prijs waarvoor X de woning eind 2009 van zijn bv heeft gekocht. Het hof acht dit geen juiste wijze van waardebepaling. In het taxatierapport van X wordt de planschade bepaald en niet de waarde als bedoeld in art. 17 lid 2 Wet WOZ. Het hof concludeert dat geen van de taxatierapporten een basis kan vormen voor een waardebepaling in goede justitie en wijst daarom de zaak terug naar de heffingsambtenaar.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 11 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen