Hof Den Haag oordeelt ten aanzien van twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting dat deze zaken terugverwezen moeten worden omdat de rechtbank uitspraak heeft gedaan zonder te beschikken over alle op de zaken betrekking hebbende stukken.

X komt in bezwaar en beroep tegen vier naheffingsaanslagen parkeerbelasting van de gemeente Rotterdam. Rechtbank Rotterdam verwerpt de formele grieven van X over onder meer de schending van de hoorplicht en oordeelt dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. In hoger beroep is onder andere in geschil of de rechtbank onzorgvuldig onderzoek heeft gedaan en de heffingsambtenaar ten onrechte geen termijn voor verzuimherstel geeft.

Hof Den Haag oordeelt ten aanzien van twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting dat deze zaken terugverwezen moet worden omdat de rechtbank uitspraak heeft gedaan zonder te beschikken over alle op de zaken betrekking hebbende stukken. De heffingsambtenaar heeft namelijk twee brieven die essentieel zijn voor de beoordeling van de hoorplicht niet in het geding gebracht bij de rechtbank én ook niet in hoger beroep. Voor de andere twee naheffingsaanslagen worden de hoofdzakelijk formele grieven van X over de tijdigheid van de verweerschriften, de mogelijkheid tot verzuimherstel en schending van de hoorplicht verworpen. De hoger beroepen van X zijn deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Algemene wet bestuursrecht 8:115

Algemene wet bestuursrecht 8:58

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 7 november

Informatiesoort: VN Vandaag

259

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen