De Hoge Raad dat Hof Amsterdam de cup en de pithouder van een theelichtje op onjuiste gronden heeft uitgezonderd van de verpakkingenbelasting.

Belanghebbende, X bv, houdt zich bezig met het vervaardigen en verhandelen van theelichtjes. Ieder theelichtje bestaat uit een kaars, een lont bevestigd aan een pithouder en een aluminium cup. De kaars en de lont verdwijnen als gevolg van het gebruik van het theelichtje. De aluminium cup en de pithouder worden na gebruik weggegooid. In geschil is of de pithouder en de cup van theelichtjes verpakkingen zijn. Hof Amsterdam oordeelt dat beide onderdelen zijn uitgezonderd van verpakkingenbelasting.

De Hoge Raad oordeelt dat Hof Amsterdam de cup en de pithouder van een theelichtje op onjuiste gronden heeft uitgezonderd van de verpakkingenbelasting. Het hof oordeelde dat cup (en daarmee ook de pithouder als onderdeel van de cup) geen verpakkingen zijn omdat de cup bestemd is om samen met de kaars te worden gebruikt, verbruikt of verwijderd. Dit oordeel berust op een onjuiste rechtsopvatting volgens de Hoge Raad. Om een artikel van het begrip verpakking uit te zonderen is niet alleen vereist dat het artikel integraal deel uitmaakt van een product, maar ook dat het artikel nodig is om dat product tijdens zijn levensduur te bevatten, te ondersteunen of te bewaren en alle elementen zijn bedoeld om samen gebruikt, verbruikt of verwijderd te worden (HvJ EU 29 april 2004, C-313/15 en C-530/15). Het oordeel van het hof kan geen stand houden. Het staat immers vast dat de cup overblijft nadat de kaars is opgebrand en dat de cup vervolgens is bestemd om te worden weggegooid. De Hoge Raad verwijst het geding naar Hof Den Haag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet belastingen op milieugrondslag 80

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Milieuheffingen

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 september

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen