X ontvangt voor een drietal crèches WOZ-beschikkingen en aanslagen lokale belastingen van de gemeente Zuidplas. Voor object 3 geeft X pas tijdens de hoorzitting aan dat zij geen gebruiker is. De heffingsambtenaar vernietigt daarom deze aanslag. X vindt dat zij voor dit object ook een kostenvergoeding moet krijgen voor het bijwonen van de hoorzitting. Voor object 1 en 2 moet een lagere restwaarde gelden van 5%. In beroep brengt de heffingsambtenaar een verweerschrift en een taxatiekaart in. Door personele problemen en het laat inschakelen van een gemachtigde ontvangt de rechtbank deze stukken respectievelijk 10 en 8 dagen voor de zitting.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar de tiendagentermijn niet in acht heeft genomen en verklaart het verweerschrift en de taxatiekaart tardief. De personele bezetting en het late inschakelen van een gemachtigde komt voor rekening van de gemeente. Kijkend naar onder meer de uitspraak op bezwaar en het taxatieverslag maakt de heffingsambtenaar de WOZ-waarden niet aannemelijk. X maakt een restwaarde van 5% evenmin aannemelijk. De rechtbank verlaagt de WOZ-waarde van object 1 en 2 naar respectievelijk € 204.000 en € 168.000. X krijgt geen proceskosten voor de hoorzitting, omdat zij eerder kon hebben aangegeven dat zij object 3 niet gebruikte.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:58
Wet waardering onroerende zaken 17
Instantie: Rechtbank Den Haag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 14 november
Informatiesoort: VN Vandaag