X exploiteert een low-care hospice. X stelt gastenkamers ter beschikking, verstrekt maaltijden en zorgt voor de aanwezigheid van vrijwilligers die taken van de naasten/mantelzorgers kunnen overnemen en steun kunnen bieden. X zorgt verder voor de coördinatie van de zorgverlening. X verricht zelf geen medische of verpleegkundige zorgwerkzaamheden. Ook de nachtzorg wordt niet door X verleend. X exploiteert het hospice met als doel dat de zorg zoveel mogelijk verloopt zoals thuis in een huiselijke omgeving. Gasten betalen voor hun verblijf een vergoeding van € 38 per dag. Niet iedere gast heeft evenveel behoefte aan de zorg door vrijwilligers. De kosten van de vrijwilligers zijn beperkt en betreffen vooral opleidingskosten. Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van één samengestelde prestatie. In beroep is in geschil of de hoofddienst van de hospice, de tijdelijke verhuur van gastenkamers, is vrijgesteld van BTW.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de tijdelijke verhuur van gastenkamers door een hospice kwalificeert als BTW-belaste short stay verhuur. Er is sprake van één samengestelde prestatie. Voor de modale consument kwalificeert de tijdelijke verhuur van de gastenkamers als hoofddienst. Deze hoofddienst betreft de verhuur in het kader van het pensionbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden. Een dergelijke verhuurdienst is uitgezonderd van de BTW-vrijstelling voor verhuur van onroerende zaken en daarom belast met BTW. De diensten van de vrijwilligers en de coördinatoren en het verstrekken van maaltijden zijn bijkomende diensten die zijn bedoeld om de hoofddienst aantrekkelijker te maken. X' beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11