Hof Den Haag verleent X geen uitstel voor de behandeling in hoger beroep en handhaaft vervolgens de aan X opgelegde naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting met verzuimboete. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

Aan X is wegens het niet-tijdig betalen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd met een verzuimboete van € 52. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep en vraagt het hof via een faxbericht om uitstel van de zitting.

Hof Den Haag (V-N 2019/24.1.5) komt niet aan het uitstelverzoek tegemoet en besluit de zitting door te laten gaan, ondanks dat X niet is verschenen. Het geheel van de door X gedane uitlatingen vestigt de indruk dat zij niet voornemens is op welke zitting dan ook te verschijnen. Ook is van belang dat de inspecteur op de zitting verklaarde alles in het werk te hebben gesteld haar in deze en andere soortgelijke zaken te horen en dat niet voor elkaar heeft gekregen. Het hof bevestigt vervolgens de uitspraak van de rechtbank. X blijft zelf verantwoordelijk voor de tijdige voldoening van de op aangifte verschuldigde motorrijtuigenbelasting, ook indien zij geen rekening heeft ontvangen. Vaststaat dat X in de in geschil zijnde periode volgens het kentekenregister houdster was van het voertuig en dat zij de belasting niet tijdig heeft voldaan. De inspecteur mocht naheffen. Het hoger beroep is ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 14 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen