Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht de tijdsevenredige berekening van de arbeidskorting voor de AOW toepast in het jaar waarin X de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

X bereikt in 2020 de AOW-gerechtigde leeftijd. Tot en met 20 juni 2020 ontvangt X inkomsten uit tegenwoordige arbeid. Bij het opleggen van de aanslag IB/PVV 2020 stelt de inspecteur de arbeidskorting vast op € 2554. Hierbij houdt hij rekening met het bereiken van de AOW-leeftijd gedurende het jaar. In geschil is of de arbeidskorting, in het jaar waarin X de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, tijdsevenredig mag worden herleid.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht en op juiste wijze de tijdsevenredige berekening van de arbeidskorting voor de AOW toepast. De regeling heeft een duidelijke wettelijke basis en is niet in strijd met art. 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Regeling Wfsv 2.6a

Wet financiering sociale verzekeringen 10

Wet inkomstenbelasting 2001 8.11

Wet financiering sociale verzekeringen 12

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 12 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

322

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen