Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat geen sprake is van een pleitbaar standpunt dat zou kunnen leiden tot het vervallen van de boete. Vaststaat namelijk dat destijds geen keuringsbewijs was aangevraagd op grond waarvan de auto op die dag aan een keuring zou worden onderworpen.

De heer X is houder van een Renault 5 GTD sedan. Op 16 maart 2017 wordt gebruik gemaakt van de openbare weg, terwijl de geldigheid van het kenteken is geschorst. In geschil is de mrb-naheffingsaanslag over het tijdvak van 26 maart 2016 tot en met 25 maart 2017, alsmede de 100% verzuimboete. Volgens X is de APK-vrijstelling van toepassing. Hij legt daartoe een bon van de garage met de gebreken/te verrichten reparaties over. De inspecteur stelt dat slechts een voorcontrole heeft plaatsgevonden. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is de naheffing terecht omdat X niet met stukken kan bewijzen dat er een afspraak was om de auto op die dag te laten keuren. De boete houdt echter geen stand. De regels met betrekking tot de vrijgestelde APK-keuringsrit zijn namelijk niet glashelder. De inspecteur stelt in hoger beroep dat geen keuringsbewijs is aangevraagd en ook geen APK-keuring heeft plaatsgevonden, doch slechts een voorcontrole.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat geen sprake is van een pleitbaar standpunt dat zou kunnen leiden tot het vervallen van de boete. Vaststaat namelijk dat X op 16 maart 2017 geen keuringsbewijs had aangevraagd op grond waarvan de auto op die dag aan een keuring zou worden onderworpen. X kon en mocht naar objectieve maatstaven gemeten redelijkerwijs niet menen dat de vrijstelling toch van toepassing zou zijn. Het beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 72

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 5 juni

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen