Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de heer X feitelijk niet heeft gewerkt en dus geen recht heeft op de arbeidskorting en de doorwerkbonus (zie HR 31 januari 2014, nr. 12/05642, V-N 2014/8.11). X beroept zich echter terecht op het vertrouwensbeginsel.

Belanghebbende, de heer X, is vanaf 2008 in dienst van een reïntegratiebedrijf. Het bedrijf neemt in opdracht van de gemeente uitkeringsgerechtigden en langdurig werklozen in dienst en detacheert hen. Vanwege psychische problemen heeft X feitelijk nooit gewerkt voor het bedrijf. In 2012 geniet X van B een fiscaal loon van € 15.314. In geschil is of X recht heeft op de arbeidskorting (€ 903) en de doorwerkbonus (€ 512).

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X feitelijk niet heeft gewerkt en dus geen recht heeft op de arbeidskorting en de doorwerkbonus (zie HR 31 januari 2014, nr. 12/05642, V-N 2014/8.11). X beroept zich echter terecht op het vertrouwensbeginsel. Over 2009 en 2010 heeft X in de bezwaarfase steeds gelijk gekregen onder overlegging van onder meer een salarisstrook en zijn arbeidscontract. De inspecteur stelt vergeefs dat X met die stukken de indruk wekte feitelijk arbeid te hebben verricht. Er is ook nooit aan X gevraagd of hij ook feitelijk arbeid verrichtte. Mede gelet op zijn psychische gesteldheid hoefde X zich niet te realiseren dat een arbeidsovereenkomst niet voldoende is voor het kwalificeren als tegenwoordige arbeid. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8:11

Wet inkomstenbelasting 2001 8:12

Wet inkomstenbelasting 2001 8:1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 27 juli

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen