Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat uit de jurisprudentie van het EU Hof van Justitie volgt dat bij de beoordeling van de vraag of de woonstaat rekening kan worden gehouden met de persoonlijke en gezinssituatie van de belastingplichtige, uitgegaan moet worden van het in de woonstaat te belasten inkomen volgens de regels van die woonstaat. De rechtbank verklaart art. 7.8, lid 7, Wet IB 2001 onverbindend.

In 2015 woont X in België en werkt hij in dienstbetrekking in Nederland. Hij ontvangt van de Nederlandse werkgever in 2015 een loon van € 120.000. Op peildatum 1 januari 2015 beschikken X en de echtgenote over € 938.655 aan bank-, spaar- en beleggingstegoeden. X betaalt hypotheekrente voor zijn woning in België. X betoogt dat hij een gedeelte van de betaalde hypotheekrente in mindering mag brengen op zijn inkomen voor de berekening van de verschuldigde inkomstenbelasting. 

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X de hypotheekrente in aftrek mag brengen. X heeft op grond van nationale regelgeving in beginsel geen recht op hypotheekrenteaftrek. Uit de jurisprudentie van het EU Hof van Justitie (Schumackerrechtspraak) volgt dat onder omstandigheden de werkstaat toch gehouden kan zijn belastingvoordelen met betrekking tot de persoonlijke en gezinssituatie toe te kennen aan de niet-ingezetene. De nadruk ligt er dan vooral op of de niet-ingezetene te weinig inkomsten geniet in zijn woonstaat. Bepaald moet worden of sprake is van een dergelijk gering inkomen in de woonstaat. Bij de beoordeling van de vraag of in de woonstaat rekening kan worden gehouden met de persoonlijke en gezinssituatie van de belastingplichtige, moet uitgegaan worden van het in de woonstaat te belasten inkomen volgens de regels van die woonstaat. De rechtbank acht art. 7.8, lid 7 Wet IB 2001 onverbindend. Het volgens de regels van België te belasten inkomen in België is slechts € 1300. Nagenoeg het hele inkomen van X is in Nederland onderworpen aan inkomstenbelasting. Dus kwalificeert X als buitenlands belastingplichtige en heeft hij recht op toepassing van de eigenwoningregeling. Het beroep is gegrond.

Lees ook het thema Buitenlandse belastingplicht in de inkomstenbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 12 mei

36

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen