Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat X niet aannemelijk maakt dat de houder van het spel binnen de EU is gevestigd. De naheffingsaanslag kansspelbelasting is terecht opgelegd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X woont in Nederland en wint in 2009 tot en met 2012 regelmatig prijzen bij de website www.hollandpoker.com. In geschil is de aan X opgelegde naheffingsaanslag kansspelbelasting. Volgens X zijn de prijzen niet belast, omdat de houder van het spel (A) op Malta, dus binnen de EU, is gevestigd. Volgens Rechtbank Gelderland maakt de inspecteur niet aannemelijk dat de houder buiten de EU is gevestigd. De inspecteur stelt in hoger beroep dat A op Malta geen kantoor met eigen personeel heeft.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2020/52.1.3) oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de houder van het spel binnen de EU is gevestigd (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 9 juli 2019, 17/00682, V-N Vandaag 2019/1889). Zijn enkele stelling dat een overeenkomst is gesloten met A, die een adres op Malta heeft en daar is ingeschreven in het bedrijvenregister, is onvoldoende. De overeenkomst die X heeft gesloten wordt geregeerd door de wetten van de Kahnawake Gaming Commission (KGC), gevestigd te Canada. KGC heeft ook de gokvergunning afgegeven. X stelt nog tevergeefs dat hij als consument met een zware onderzoekplicht wordt opgezadeld. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen: