Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat het besluit om een forfaitaire bezwaarkostenvergoeding toe te kennen geen bezwarend besluit is in de zin van de HvJ EU-jurisprudentie. Bovendien was door het bezwaar de betaling van de BPM-naheffingsaanslag en de verzuimboete ook al opgeschort. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

De heer X doet BPM-aangifte voor een Citroën Jumpy kampeerauto en voldoet € 3680. De inspecteur legt een naheffingsaanslag en een verzuimboete op, die na bezwaar worden vernietigd. In geschil is of de hoorplicht is geschonden en of X terecht aanspraak maakt op vergoeding van de werkelijke bezwaarkosten. Rechtbank Gelderland stelt X in het ongelijk. X stelt in hoger beroep dat het EU-verdedigingsbeginsel is geschonden.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2019/642) oordeelt dat het in de bezwaarfase genomen besluit om aan X slechts een forfaitaire bezwaarkostenvergoeding toe te kennen geen bezwarend besluit is in de zin van de HvJ EU-jurisprudentie Bovendien was door het bezwaar de betaling van de naheffingsaanslag en de boete ook al opgeschort (vgl. HvJ EU 20 december 2017, nr. C-276/16, V-N 2018/8.24). De beslissing om niet de werkelijke proceskosten te vergoeden, is daarnaast – in beroep en in hoger beroep – getoetst bij een onafhankelijke rechter. Aangezien de naheffingsaanslag bij uitspraak op bezwaar is vernietigd en het verzoek van X om vergoeding van de werkelijke proceskosten kennelijk ongegrond was, hoefde X niet gehoord te worden. Het beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Algemene wet bestuursrecht 7:3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 27 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen