X is eigenaar en gebruiker van een complex in de gemeente Haarlemmermeer dat bestaat uit een zorgcentrum met veel (extra) grond bestaande uit bosgrond en grasland. In geschil is de WOz-waarde 2013.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat bij het bepalen van de WOZ-waarde van grond rekening gehouden mag worden met een verandering van het bestemmingsplan. In het onderhavige geval heeft de gemeente Haarlemmermeer in 2006 toegezegd te willen meewerken aan de transformatie van terreinen in eigendom bij X waaronder de grond die onderdeel uitmaakt van de onderhavige onroerende zaak. De rechtbank is met de heffingsambtenaar van oordeel dat voor de ‘extra grond' een ontwikkeling gaande is die zou kunnen leiden tot een andere planologische bestemming en een ander gebruik dan bosgrond en grasland. In zoverre is er voor deze grond sprake van een zekere verwachtingswaarde die kan leiden tot een hogere waarde in het economische verkeer dan de waarde bij voortgezet gebruik overeenkomstig de geldende bestemming. De gemeente heeft met een vijftal verkooptransacties van percelen waar hetzelfde speelt, de grondwaarde van de onroerende zaak van X voldoende aannemelijk gemaakt. Het beroep van X is daarom ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 27 mei