X importeert en exporteert nieuwe auto's. Van 2004 tot 2007 zijn nieuwe auto's verkocht aan een inwoner van Spanje die optrad als tussenpersoon voor Spaanse afnemers. De (vermeende) afnemers wisten van niets en hebben geen intracommunautaire verwerving aangegeven. De auto's zijn daadwerkelijk naar Spanje vervoerd. Rechtbank Breda is van oordeel dat X het nultarief terecht heeft toegepast. In geschil is of dit juist is.
Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 22 juni 2012, 12/00078, V-N 2012/46.2.4) is van oordeel dat toepassing van het nultarief terecht is. Tot 2006 werden hiervoor geen verdere eisen gesteld, waardoor alleen bij fraude door X het nultarief kon worden geweigerd. Na 2006 moest het btw-identificatienummer op de factuur worden vermeld. X beschikt niet over btw-identificatienummers van de werkelijke afnemers. Hof 's-Hertogenbosch acht echter niet aannemelijk dat X actief betrokken is geweest bij fraude en daarbij bewust de identiteit van de afnemers verborgen heeft gehouden door op de factuur niet de werkelijke afnemers te vermelden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 6