Brief Staatssecretaris van Financiën van 8 april 2015, nr. DGB/2015/1328.
De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Dijkgraaf (SGP) over de toepassing van resolutie BTW-283. Hij antwoordt dat voor toepassing van de resolutie btw-ondernemerschap een vereiste is. Ondernemerschap moet worden beoordeeld aan de hand van de bepalingen in de Wet op de omzetbelasting 1968 en de Europese btw-richtlijn. Als er geen sprake is van ondernemerschap bij de rechtspersoon die een subsidie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ontvangt, is heffing van btw (of toepassing van het btw-nultarief) niet aan de orde.
Verder deelt hij mede dat de invoering van een stelselwijziging betreffende de medefinanciering van hulporganisaties, namelijk het Medefinancieringsstelsel II (MFS II), geen grond kent om de reikwijdte van de resolutie te beperken. De resolutie wordt binnenkort geactualiseerd en verduidelijkt maar niet beperkt. Indien een hulporganisatie in de situatie vóór MFS II als ondernemer gebruik kon maken van resolutie BTW-283 dan kan zij dat ook onder MFS II, als er niets anders verandert dan de wijze van financiering via de MFS II. Tevens antwoordt hij dat de stelling dat enkele deelname aan een project onder MFS II automatisch impliceert dat een hulporganisatie kwalificeert als btw-ondernemer, geen ondersteuning vindt in de nationale dan wel Europese btw-regelgeving.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën