Hof 's-Hertogenbosch overweegt dat de ontvanger het verzoek om toepassing van de uitstelfaciliteit terecht heeft geweigerd omdat de belastingaanslagen betaald zijn.

Belanghebbenden, X en X1, hebben hun aandelen in A bv overgedragen aan hun zoon. Eenderde deel van de koopsom heeft de zoon voldaan door storting van dit bedrag op een derdenrekening van de notaris, eenderde deel is schuldig gebleven en eenderde deel is door X en X1 aan de zoon geschonken. Voor de aan X en X1 opgelegde aanslagen inkomstenbelasting over het jaar 2008 hebben zij verzocht om toepassing van de uitstelfaciliteit van art. 25, negende lid, IW 1990. De ontvanger heeft dit verzoek afgewezen. Rechtbank Breda verklaart de beroepen van X en X1 ongegrond. X en X1 komen in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch overweegt dat X en X1 de belastingaanslagen hebben betaald. Dit is door hun gemachtigde op de zitting erkend. De belastingschulden zijn dus teniet gegaan zodat de vraag of uitstel van betaling kan worden verleend, niet meer relevant is. Het belang van de hoger beroepen is volgens X en X1 gelegen in het renteverlies dat zij hebben geleden doordat zij de belastingaanslagen onmiddellijk hebben betaald. Naar het oordeel van het hof kunnen zij hiervoor echter niet worden gecompenseerd nu de Invorderingswet 1990 hierin niet voorziet. De hoger beroepen zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 13 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen