Hof Den Haag oordeelt dat het verlaagde overdrachtsbelastingtarief van toepassing is, ook als de woning pas twee jaar na de verkrijging als hoofdverblijf wordt gebruikt. Directe bewoning is hiervoor niet vereist.
X heeft op 15 oktober 2021 samen met haar vader een woning gekocht. De levering vindt plaats op 15 november 2021. De verkopers mogen op grond van de koopovereenkomst tot 1 november 2023 in de woning blijven wonen. X heeft 8% overdrachtsbelasting voldaan, maar stelt dat zij recht heeft op het verlaagde tarief van 2% omdat zij de woning na de verkrijging als hoofdverblijf gebruikt. De inspecteur heeft het bezwaar van X afgewezen, omdat de woning niet direct na de verkrijging als hoofdverblijf wordt gebruikt. X gaat in (hoger) beroep. In hoger beroep is in geschil of X voor de verkrijging van haar aandeel in de woning recht heeft op het verlaagde tarief van overdrachtsbelasting, en specifiek of is voldaan aan het hoofdverblijfcriterium.
Hof Den Haag oordeelt dat het verlaagde overdrachtsbelastingtarief van toepassing is, ook als de woning pas twee jaar na de verkrijging als hoofdverblijf wordt gebruikt. De wet bevat geen specifieke termijn waarbinnen de woning als hoofdverblijf moet worden gebruikt. De wetgever heeft rekening gehouden met situaties waarin de koper de woning niet direct na de verkrijging als hoofdverblijf gaat gebruiken. Het hof verwerpt het standpunt van de inspecteur dat directe bewoning vereist is en oordeelt dat X voldoet aan het hoofdverblijfcriterium. X' hoger beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Wet op belastingen van rechtsverkeer 14
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer, Inkomstenbelasting
Editie: 27 februari
Informatiesoort: VN Vandaag