Doel van het Inclusive Framework (OESO) is om tijdens de plenaire vergadering op 8 en 9 oktober 2020 overeenstemming te bereiken over de blauwdrukken voor de twee pijlers van de belastingheffing van de gedigitaliseerde economie (BEPS 2.0). Dit schrijft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën aan de Tweede Kamer.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslag btw rechtsgeldig binnen de vijfjaarstermijn is opgelegd. De aanslagtermijn van drie jaar waar mevrouw X zich op beroept, geldt namelijk voor aanslagbelastingen.

Met de Baangerelateerde investeringskorting (BIK) wil het kabinet investeringen van bedrijven stimuleren en naar voren halen tijdens de economische crisis die een gevolg is van het coronavirus. De BIK wordt opgenomen in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2021 die op 5 oktober 2020 naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Op verzoek van de Tweede Kamer schetst de Staatssecretaris van Financiën nu al de hoofdlijnen van deze afdrachtvermindering op de loonheffing.

Ondernemers die vanwege het coronavirus uitstel van het betalen van belasting hebben gekregen, krijgen langer de tijd deze belasting terug te betalen. Het kabinet kiest voor een startdatum van de terugbetalingsregeling voor uitgestelde schulden van 1 juli 2021 en de terugbetalingstermijn wordt 36 maanden. Dat heeft staatssecretaris Vijlbrief aan de Tweede Kamer geschreven.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat sprake is van een in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid. De heer X houdt zich namelijk beroepsmatig bezig met onder meer het verzorgen van belastingaangiften voor derden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

Hof Arnhem-Leeuwarden volgt het oordeel van de rechtbank dat voor de heffing van havengeld beslissend is de maximaal toegestane diepgang van het schip van X op het Twentekanaal (namelijk 2,20 meter). Dat de maximale diepgang van het schip zelf 2,80 meter is, is dan niet relevant. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

Vanaf begin 2025 kunnen fiscaal dienstverleners via hun eigen aangiftesoftware bezwaar indienen voor hun cliënten tegen aanslagen inkomstenbelasting, omzetbelasting en vennootschapsbelasting. Dat schrijft de Belastingdienst.

A-G Ettema is van mening dat voor de hoogte van de exportteruggaaf bepalend is de BPM die verschuldigd is geworden op het moment dat het belastbare feit is voltooid, zijnde de verschuldigde BPM op de datum van de tenaamstelling. De Hoge Raad zou ook “om” kunnen gaan door te oordelen dat X BV geen procesbelang heeft.