Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X zich vergeefs beroept op het beleid dat belastingplichtigen, die meer dan 150 km moeten afleggen, worden bezocht op hun bedrijfslocatie. Dit maximum is namelijk gebaseerd op de enkele reisafstand.

X doet in oktober 2017 BPM-aangifte voor een uit Italië afkomstige Opel Meriva 1.4 120 CV. In het bijgaande taxatierapport is de waarde vastgesteld op € 7881, zijnde de handelsinkoopwaarde van € 13.616 voor een ex-rental, verminderd met € 5935 en vermeerderd met € 200 in verband met acceptabele gebruiksschade in relatie tot de km-stand conform de XRAY-matrix. In geschil is de naheffingsaanslag van € 1826, waarbij de inspecteur is uitgegaan van een historische nieuwprijs van € 31.085, een historische BPM van € 12.989 (tarief 2017), een handelsinkoopwaarde van € 13.616 en een extra leeftijdskorting van € 571. X gaat niet in op de oproep om de auto bij Domeinen in Soesterberg op 90 km afstand te laten schouwen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de toonplicht in Soesterberg geen onevenredige last is. X beroept zich vergeefs op het beleid dat belastingplichtigen, die meer dan 150 km moeten afleggen, worden bezocht op hun bedrijfslocatie. Dit maximum is namelijk gebaseerd op de enkele reisafstand (zie Hof ’s-Hertogenbosch 14 juli 2016, 15/01177, V-N 2017/17.22.1). Door niet te voldoen aan de toonplicht heeft X haar bewijspositie verzwakt. Er is terecht geen rekening gehouden met schade. X stelt ook vergeefs dat het BPM-tarief van 2016 moet worden toegepast. Dit kan namelijk alleen als de eerste ingebruikname ook in dat jaar heeft plaatsgevonden. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 34

Algemene wet bestuursrecht 3:4

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen