X doet in 2014 BPM-aangifte voor een BMW-3 Touring 335i Executive. De auto heeft als datum van eerste toelating 18 juli 2007 en X heeft er € 14.500 (exclusief btw) voor betaald. Bij de aangifte is een taxatierapport met foto's gevoegd. Hierin staat een handelsinkoopwaarde van € 4.013, gebaseerd op de koerslijstwaarde van € 13.791 minus schade van € 9.778. De inspecteur roept X op om de auto in de Soesterberg te tonen, maar X gaat hier niet op in. In geschil is de naheffingsaanslag van € 2.431. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de uitnodiging om de auto in Soesterberg te tonen niet in strijd is met het EU-recht of de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De afstand enkele reis is namelijk 66 km. Pas bij een afstand van meer dan 150 km wordt de auto op locatie bekeken. Mede gelet op de omstandigheid dat de auto al een reis vanuit het buitenland heeft gemaakt, is de uitnodiging bij afwezigheid van bijzondere omstandigheden niet disproportioneel. Aangezien de auto ruim zes jaar oud was en een km-stand had van 129.298 zijn de krassen, slijtage en overige gebreken als normale gebruikssporen aan te merken. Het beroep van X is slechts gegrond, omdat alsnog een 5% marge-korting op de handelsinkoopwaarde en dat het tarief van 2009 wordt toegepast. De aanslag wordt verminderd tot € 2.222. Voor de beroepsfase krijgt X een totale proceskostenvergoeding van € 2.004, ondanks dat pas in hoger beroep de marge-korting is geclaimd.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 6 juni