Belanghebbende krijgt een WOZ-beschikking met daarop een WOZ-waarde van € 181.000. Het gaat om een woning die belanghebbende in maart 2015 heeft aangeschaft voor € 140.000. Belanghebbende betwist de WOZ-waarde en stelt dat deze € 146.000 moet zijn. Als onderbouwing stelt hij dat dit de algemene waardeontwikkeling en aangebrachte verbeteringen aan de woning ook vertegenwoordigt. Verweerder betwist dit en stelt daarnaast dat de oorspronkelijke koopprijs van €140.000 te laag is en niet bruikbaar is omdat deze te ver van de waardepeildatum tot stand is gekomen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de verkoopprijs van een woning 21 maanden vóór de waardepeildatum gebruikt kan worden als eigen transactiecijfer voor de onderbouwing van de WOZ-waarde van deze woning. De rechtbank verwijst hiervoor naar het standaardarrest waarin de Hoge Raad oordeelt dat een eigen transactiecijfer maatgevend is voor de waardevaststelling mits deze kort vóór of na de waardepeildatum tot stand is gekomen. In de praktijk is dit binnen één jaar. De rechtbank oordeelt dat 21 maanden niet kort is, maar wel een redelijke termijn. Dit mede onder verwijzing naar uitspraken van het gerechtshof Den Haag. Een eigen transactiecijfer is immers een veel nauwkeurigere indicatie van de marktwaarde dan verkoopcijfers van vergelijkingsobjecten die nog allerlei correcties behoeven. De rechtbank volgt het verweer van de heffingsambtenaar niet. Uit niets blijkt dat de aangebrachte verbeteringen een dermate hoge stijging van de waarde tot gevolg hebben. Ook is niet voldoende aannemelijk gemaakt dat de woning niet is verkocht voor de waarde in het economisch verkeer. De rechtbank volgt de € 146.000 van de belanghebbende.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17