D bv houdt, via stichting E, de aandelen in belanghebbende (X bv). B houdt (indirect) de aandelen D bv en is bestuurder van D bv en stichting E. D bv is de bestuurder van belanghebbende. Belanghebbende heeft een schuld van ruim € 3,5 mln aan D bv en brengt de daarover verschuldigde rente in aftrek. De inspecteur is van mening dat er sprake is van een groep in de zin van art. 2:24b BW, waarvan belanghebbende en D bv onderdeel uitmaken, en corrigeert de renteaftrek op grond van art. 10d Wet Vpb. Belanghebbende stelt dat D bv geen overheersende zeggenschap over haar heeft, omdat haar aandelen zijn gecertificeerd en niet royeerbaar zijn, zodat er geen sprake is van een organisatorische verbondenheid en ook niet van een groep in de zin van art. 2:24b BW. Rechtbank Arnhem oordeelt dat de feitelijke zeggenschap over belanghebbende bij D bv ligt. De rechtbank acht daarbij van belang dat D bv de bestuurder van belanghebbende is en dat B de enige bestuurder van D bv en stichting E is. Volgens de rechtbank heeft D bv – via B – de macht om het financiële en economische beleid ten aanzien van belanghebbende te bepalen. Volgens de rechtbank is er dan ook sprake van een groepsverband tussen belanghebbende en D bv. De inspecteur heeft dan ook terecht, onder toepassing van art. 10d Wet Vpb, de renteaftrek beperkt.
Gerelateerde artikelen
Beljaarts: ondernemers ontzien bij rekening Voorjaarsnota 2025
Het kabinet wil dat Nederland aantrekkelijk blijft voor alle ondernemers, van de bakker op de hoek tot aan de allergrootste bedrijven. Daar waar voorheen regelmatig werd gekeken naar het verhogen van lasten voor ondernemers, kiest dit kabinet in de Voorjaarsnota 2025 voor een evenwichtigere verdeling, aldus minister Beljaarts van Economische Zaken.
Verwijzingshof moet onderzoek doen naar samenhangende waardering vorderingen en schulden
De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het hof, dat met betrekking tot de Braziliaanse vorderingen geen aanleiding bestaat voor samenhangende waardering met de twee US$-leningen van de topholding, onvoldoende is gemotiveerd. Dit gezien de stellingen van de inspecteur.
Verwijzingshof moet onderzoek doen naar samenhangende waardering vorderingen en schulden
De Hoge Raad verwijst de zaak over de samenhangende waardering van vorderingen en schulden voor het jaar 2013 naar Hof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad verwijst daarbij naar zijn arrest voor het jaar 2012 (17 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:552).
Becon-uitstel 2023: indien nodig voor 1 mei 2025 aanvullend uitstel aanvragen
Het becon-uitstel 2023 eindigt op 30 april 2025. Als door bijzondere omstandigheden de aangifte van de klant niet tijdig kan worden ingediend en nog geen aanvullend uitstel is aangevraagd, moet vóór 1 mei 2025 gemotiveerd aanvullend uitstel worden aangevraagd. Dit staat op de site van de Belastingdienst.
Standpunt ingetrokken wegens Besluit functionele valuta
De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen VPB heeft een standpunt over de Regeling functionele valuta ingetrokken in verband met de inwerkingtreding van een recent besluit hierover.
Rente op concernlening voor zakelijke transactie deels aftrekbaar
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht heeft geweigerd om de op de leningen verschuldigde rente in aftrek toe te laten. Het hof komt tot dezelfde conclusie als Hof ’s-Hertogenbosch: de VPB-navorderingsaanslag 2005 moet worden verminderd en de VPB-aanslag 2008 moet worden gehandhaafd.
Renteaftrekbeperking art. 10a Wet VPB 1969 volgens A-G niet in strijd met EU-recht
Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat het beroep in cassatie van X BV ongegrond is. De aftrek van de rente is dan ook terecht geweigerd. In de conclusie wordt door de A-G ingegaan op de stellingen die X BV heeft ingenomen naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie EU.
Kennisgroepstandpunt over eventuele doorwerking arrest HvJ EU heffing van dividendbelasting naar VPB
Het arrest van het HvJ EU in de zaak XX (C-782/22) werkt niet door naar de jaren vanaf 2022, als dit arrest volgens de Nederlandse rechter meebrengt dat Nederland bij de inhouding van dividendbelasting rekening moet houden met de toename van verplichtingen jegens cliënten. Dat is het standpunt van de Kennisgroep IBR VPB & winst.
Vorming herinvesteringsreserve niet toegestaan door ontbreken herinvesteringsvoornemen
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X BV geen herinvesteringsreserve kan vormen voor de boekwinst van € 290.000, omdat zij niet aannemelijk maakt dat er een herinvesteringsvoornemen bestaat.