De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof (art. 81 lid 1 Wet RO). Vanwege de geheel voorwaardelijke gevangenisstraf kan worden volstaan met de vaststelling dat in cassatie de redelijke termijn is overschreden.
X was vanaf 2010 als advocaat-generaal bij het OM belast met grote fraudezaken. X is enig aandeelhouder van de BV, waarmee hij adviesdiensten verrichtte. De belastingadviseur van X stuurt op zijn verzoek in juni 2010 een brief naar de Belastingdienst met de mededeling dat de omzet van zijn BV – mogelijk nog vanaf 2007 – verhoogd moet worden. Op de betreffende facturen die vervolgens worden overgelegd, ontbreken aanvankelijk de hoofd- en voetteksten zodat eerst niet duidelijk is dat de facturen zijn betaald op een Luxemburgse rekening van een op Curaçao gevestigde Limited. X had deze ooit opgericht om Nederlands vastgoed in onder te brengen. Zodra blijkt dat de facturen zijn betaald op de Luxemburgse rekening, neemt de FIOD het onderzoek over. Rechtbank Den Haag veroordeelt X tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden. Volgens Hof Den Haag beroept X zich vergeefs op de (gefaseerde) inkeerregeling. De bewezenverklaring ziet enkel op het opzettelijk onjuist of onvolledig verstrekken van informatie waardoor te weinig belasting is geheven en valsheid in geschrift. Vanwege zijn persoonlijke omstandigheden – zoals een vechtscheiding waardoor hij destijds beslag op zijn bezittingen vreesde, zijn oneervolle ontslag en de vele aandacht in de media, valt de straf lager uit: een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. Dit hoeft niet gemotiveerd te worden (art. 81 lid 1 Wet RO). In het licht van de geheel voorwaardelijke straf kan worden volstaan met de vaststelling dat in cassatie de redelijke termijn is overschreden en is er geen aanleiding om hieraan enig ander rechtsgevolg te verbinden.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67n
Algemene wet inzake rijksbelastingen 69