Uiterlijk eind januari 2025 ontvangt de Tweede Kamer de uitkomsten van een inventarisatie naar de verschillende keuzes die er op het terrein van de BTW te maken zijn om te komen tot een alternatieve invulling van de eerder voorgestelde BTW-verhoging op media, cultuur en sport. Dat schrijft staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën als reactie op de aangenomen motie Van Dijk (V-N 2024/54.12), die verzoekt om voor de Voorjaarsnota in overleg met de Kamer een alternatieve invulling voor de afschaffing van verlaagde BTW-tarieven te presenteren.
In een commissiedebat kan het gesprek gevoerd worden over welke alternatieven binnen de BTW op voldoende draagvlak kunnen rekenen in het hele parlement. Alternatieven die op voldoende draagvlak kunnen rekenen brengt de staatssecretaris in. Na besluitvorming presenteert het kabinet de alternatieve invulling voor de afschaffing van de verlaagde BTW-tarieven op cultuur.
Het kabinet acht het noodzakelijk dat alternatieven uitvoerbaar en juridisch houdbaar zijn om recht te doen aan de gedeelde wens van vereenvoudiging. Tot slot geldt dat alternatieven binnen het BTW-domein worden gevonden en minstens budgettair hetzelfde moeten opleveren.
Rubriek: Omzetbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 10 december
Informatiesoort: VN Vandaag
Dossiers: Prinsjesdag 2024