Bij het invoeren van een substance-eis zou het kabinet een onderscheid moeten maken naar omvang en inhoud van de activiteiten van de onderneming die om een tax ruling vraagt. Daartoe roept de Tweede Kamer op in een op 3 april 2018 aangenomen motie.

De Kamer vindt het een goede stap vooruit dat het kabinet voornemens is om de toegang tot de rulingpraktijk te beperken door het invoeren van een substance-eis van een loonsom van € 100.000 en een kantoorruimte voor 24 maanden. Deze eis is echter voor alle bedrijven hetzelfde: er wordt geen onderscheid gemaakt naar omvang en inhoud van de activiteiten die wereldwijd ontplooid worden.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 4 april

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen