De wrakingskamer van Hof Den Haag oordeelt dat de X met het indienen van een tweede, in de kern identiek wrakingsverzoek misbruik van recht maakt. X krijgt een wrakingsverbod opgelegd.

X dient een wrakingsverzoek in omdat het hof de zitting over het hoofdgeding niet in het openbaar voert. X stelt dat geen sprake is van een eerlijk proces en het hof handelt in strijd met het EVRM. De wrakingskamer van het hof wijst het wrakingsverzoek af. X doet aangifte bij het Openbaar Ministerie en dient op het moment dat de zitting wordt hervat een tweede wrakingsverzoek in.

De wrakingskamer van Hof Den Haag stelt vast dat de beslotenheid van de zitting een procedurele beslissing is die niet kan leiden tot wraking. Ook andere wrakingsgronden treffen geen doel. Met het indienen van een tweede, in de kern identiek wrakingsverzoek, maakt X misbruik van recht. X wordt in deze procedure een wrakingsverbod opgelegd. Het hof wijst het wrakingsverzoek af.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet bestuursrecht 8:15

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 22 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

287

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen