Belanghebbende, X, is een in 1971 geboren vrouw die in februari 2011 in A een academische opleiding tandheelkunde afrondt. Ze heeft de Y-nationaliteit. Per 1 mei 2011 treedt ze voor een periode van vijf jaar in dienst bij een tandartsenpraktijk in B. Sinds 23 april 2011 woont ze in Nederland. In geschil is of X in aanmerking komt voor de toepassing van de 30%-bewijsregel. Het geschil spitst zich toe op de vraag of ten tijde van de aanvraag om toekenning van die regel, sprake is van schaarste aan tandartsen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Beide partijen verwijzen ter ondersteuning van hun standpunt naar het Capaciteitsplan 2010, maar trekken daaruit echter tegenovergestelde conclusies.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat het Capaciteitsplan 2010 met name steun biedt aan het standpunt van X. Uit het Capaciteitsplan 2010 volgt dat jaarlijks een instroom van circa 420 tandartsen nodig is om te voorkomen dat een tekort aan tandartsen zal ontstaan. Deze instroom wordt niet vanuit de Nederlandse opleidingen verwezenlijkt, waar jaarlijks ongeveer 250 tandartsen afstuderen. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat de ongeveer 180 tandartsen die uit het buitenland worden geworven, daar worden geworven omdat die plaatsen niet vanuit de Nederlandse arbeidsmarkt vervuld kunnen worden en op de Nederlandse arbeidsmarkt dus kennelijk schaarste heerst aan tandartsen. De rechtbank wijst het verzoek van X om toepassing van de 30%-bewijsregel toe met ingang van 1 mei 2011.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Haarlem
Editie: 28 februari