De heer X koopt in 2001 een woning in Spanje voor € 396.000. In februari 2002 beëindigt X zijn dienstbetrekking in Nederland, waarbij aan hem een aanspraak op een periodieke uitkering wordt toegezegd. De lijfrente die X in dat kader bij de door hem opgerichte X bv (belanghebbende) bedingt, heeft een waarde van € 1,3 miljoen. In december 2002 koopt X bv de woning van X als belegging voor € 725.000. Tevens betaalt zij € 50.000 voor de inventaris. In 2007 stelt de inspecteur na een boekenonderzoek dat X bv onzakelijk handelt door de woning gratis aan X ter beschikking te stellen. In geschil is de beschikking van de inspecteur waarbij het verlies van X bv over 2002 € 2.475 lager is vastgesteld. Rechtbank Haarlem oordeelt dat X bv de woning slechts heeft aangeschaft om deze voor A beschikbaar te houden. Dit is gebeurd om X in zijn hoedanigheid van aandeelhouder te bevoordelen, van welke bedoeling X zich bewust was. De inspecteur heeft de aan 2002 toe te rekenen afschrijvingskosten van de woning ad € 2.500 terecht gecorrigeerd. X bv stelt in hoger beroep onweersproken dat X in 2002 niet in de woning heeft verbleven. Hof Amsterdam oordeelt dat onder de noemer ‘koop inventaris' € 45.000 aan het vermogen van X bv is onttrokken. De waarde van de inventaris wordt in goede justitie namelijk vastgesteld op € 5.000. Aangezien de in geschil zijnde (verlies)correctie slechts € 2.475 is, en nog daargelaten de onttrekking aan het vermogen van X bv vanwege de veel te hoge prijs van de woning, behoeven de overige geschilpunten geen behandeling meer. Het beroep van X bv is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd met verbetering van de gronden.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 20b
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 15 maart